“Pardon… vous parlez anglais?”
Fransen en Engels: waarom je toch best een beetje moeite moet doen
Ik dacht dat ik er klaar voor was. Google Translate op zak, zelfvertrouwen op standje optimistisch en een paar geoefende zinnen Frans in mijn hoofd. Toch stond ik daar – op een zonovergoten dorpsplein ergens in de Haute-Saône – te staren naar een oudere Franse dame achter een marktkraam vol geitenkaas. En zij staarde terug.
“Hello,” begon ik, veel te vrolijk.
“Non.”
“Uhm… do you speak English?”
“Non.”
“Okay. Cheese? From goat?”
Ze kneep haar ogen een beetje samen. Toen zei ze vriendelijk maar beslist:
“En français, s’il vous plaît.”
Ik voelde me op dat moment ongeveer twaalf. Gelukkig had ik dat ochtend nog “chèvre” en “combien” gegoogeld. Met veel handen en voeten kwam ik tot een aankoop – en een knikje van goedkeuring.
Waarom het toch loont om moeite te doen
Fransen worden vaak weggezet als “nors” of “weinig behulpzaam” als je Engels spreekt. Maar mijn ervaring is: ze vinden het vooral fijn als je het probeert. Niet perfect. Niet vloeiend. Gewoon – met inzet.
Ik had het diezelfde dag nog in een restaurant. De serveerster glimlachte nauwelijks toen we binnenkwamen. Maar toen ik na een haperend “bonjour, nous voudrions manger ici, s’il y a une table…” ook nog iets stoms zei over het weer (“il fait très… euh… chaud, oui?”), begon ze te lachen.
We kregen de beste plek op het terras. Gratis kraanwater. En later een tip voor een wandeling in de buurt “pas dans le guide, hein – mais très belle.” Alleen omdat we het probeerden.
Taal is respect, geen test
Wat ik leerde: het gaat de Fransen niet om perfecte grammatica. Het gaat om de bereidheid om hun taal te spreken, hoe gebroken ook. Dat voelt voor hen als respect. En als je dat laat zien, krijg je vaak verrassend veel terug. Een tip. Een glimlach. Een gesprek.
Ik sprak later met een Franse buurvrouw van ons vakantiehuisje. Ze was 74, had ooit Engels geleerd op school, maar sprak het nooit. We wisselden woorden, wezen naar bloemen, noemden dingen bij naam. Ze vond het prachtig dat onze kinderen “merci” zeiden zonder dat we het ze opdroegen.
De magie zit in het proberen
Nee, ik kan nog steeds geen soepel gesprek voeren in het Frans. Maar ik kan wel “de la confiture de cerises” vragen zonder te zweten. En mijn kinderen durven nu in hun beste accent een “bonjour” te laten vallen in een boulangerie.
Dat is het. Geen perfect Frans. Geen flitsende zinnen. Gewoon de wil om contact te maken.
“Ce n’est pas l’accent qui compte, c’est l’intention.”
Het is niet het accent dat telt, maar de bedoeling.
Dus ja, pak dat woordenboek. Vouw die zinnen uit de cheat sheet. En wees niet bang om fouten te maken. Fransen waarderen het. Sterker nog: ze ontdooien er gewoon van. En voor je het weet, krijg je een extra plak kaas – zomaar, omdat je “merci” zei met een glimlach.